Startersaftrek
De startersaftrek is een verhoging van de zelfstandigenaftrek. Je kan over 2021 of 2022 een extra bedrag van € 2.123 aftrekken als u aan de volgende voorwaarden voldoet:
- In het aangiftejaar kom je in aanmerking voor de zelfstandigenaftrek.
- Je was in de voorafgaande 5 jaar minimaal 1 jaar geen ondernemer voor de inkomstenbelasting.
- In de 5 voorafgaande jaren heb je niet meer dan 2 maal gebruikgemaakt van de zelfstandigenaftrek.
- Er was in het kalenderjaar of in 1 van de 5 voorafgaande jaren geen sprake van een zogenoemde geruisloze terugkeer uit een bv.
In Belastingplan 2012 is geregeld dat de startersaftrek niet meer jaarlijks wordt bijgesteld aan de inflatie.
Urencriterium is voorwaarde startersaftrek
In andere woorden is startersaftrek (officiële naam: ‘Extra zelfstandigenaftrek starters’) een verhoging van de zelfstandigenaftrek voor beginnende ondernemers. Dat betekent dat alleen zelfstandigen van wie de winst komt uit onderneming en die voldoen aan het urencriterium, in aanmerking komen voor deze aftrekpost. Voor starters met een arbeidsongeschiktheidsuitkering geldt een verlaagd urencriterium van 800 uur. Daarnaast moet je natuurlijk starter zijn: je hebt tijdens de eerste vijf jaar van je onderneming maximaal drie keer recht op startersaftrek.
Het bedrag van de startersaftrek wordt opgeteld bij het bedrag van de zelfstandigenaftrek. Er kan dus geen startersaftrek zijn zonder zelfstandigenaftrek. Het kan zijn dat de zelfstandigenaftrek en de startersaftrek bij elkaar hoger zijn dan uw winst. Je hebt dan een verlies. Je kan dit verrekenen met andere inkomsten uit werk en woning. Heb je geen andere inkomsten, dan kan je het verlies verrekenen in andere jaren.
Record aantal starters in eerste helft 2018
Het Nederlandse bedrijfsleven lijkt steeds dynamischer te worden. In het eerste halfjaar zijn niet eerder zoveel ondernemingen gestart (106.602) én gestopt (66.729) als in dezelfde periodes in de afgelopen vijf jaar. Het aantal faillietverklaringen is in het eerste halfjaar met 10% gedaald ten opzichte van het eerste halfjaar in 2017: van 1.682 naar 1.512 per 1 juli 2018. Dat blijkt uit de Bedrijvendynamiek van de Kamer van Koophandel (KVK) over het eerste halfjaar van 2018.
Het aantal zzp’ers (inclusief parttimers) is met 85.021 gegroeid. Daartegenover zijn maar liefst 47.865 zzp’ers (inclusief parttimers) gestopt. Per saldo neemt het aantal ondernemingen in Nederland in het eerste halfjaar met 2,2% toe tot een recordaantal van 1.858.628 ondernemingen. 2017 liet ook al een toename in het aantal starters zien; de groei van het aantal zzp’ers lijkt voorlopig niet af te nemen.
Verschillen tussen sectoren
In de sector Bouw nam het aantal starters in het eerste halfjaar van 2018 met 37% toe ten opzichte van het eerste halfjaar van 2017. Opvallend dat in deze sector ook 2% meer ondernemingen zijn gestopt in het eerste halfjaar.
In de sector Zakelijke diensten is dat ook het geval. Er waren 13% meer starters en 9% meer stoppers in het afgelopen halfjaar, vergeleken met deze periode in 2017.
De sector Energie, water en milieu doet goede zaken. Het aantal starters is met 84% gegroeid, terwijl er 16% minder stoppers waren in het afgelopen halfjaar. De Detailhandel heeft minder positieve cijfers: daar waren 3% minder starters, maar 7% meer stoppers.
Provincies
Het aantal ondernemingen groeit relatief en absoluut het hardst (+ 3%) in de provincies Noord- en Zuid-Holland. De laagste relatieve groei van het aantal ondernemingen (+ 1%) laten de provincies Groningen en Limburg zien. In Zuid-Holland en Zeeland nam het aantal starters in het eerste halfjaar van 2018 het meest toe (+19%) ten opzichte van het eerste halfjaar van 2017.
Ons administratiekantoor begeleidt starters niet alleen met hun administratie maar ook met andere belangrijke zaken zoals marketing, netwerken, oriëntatie en communicatie.