Loondienst als winst uit onderneming.

Loondienst als winstIn sommige gevallen moet een zelfstandige wel eens een opdracht aannemen in dienstbetrekking omdat de opdrachtgever geen andere mogelijkheden kent. Wanneer je naast je zelfstandige praktijk ook een baan in loondienst hebt, moet je extra aandacht besteden aan de zelfstandigenaftrek. De tijd die je besteed in dienstbetrekking is in beginsel geen ondernemingstijd die meetelt voor het bepalen van je recht op zelfstandigenaftrek en andere ondernemers-aftrekposten. Voor dat recht geldt dat je grotendeels je werktijd in de zelfstandige onderneming moet besteden. Bovendien moet dat aantal ondernemingsuren meer zijn dan 1.225 per kalenderjaar.

Een voorbeeld

Stel dat je een zelfstandige praktijk hebt als zangpedagoog en je houdt je uren bij. Daarnaast ben je in loondienst verbonden aan een muziekschool waar je 18 uur per week in touw bent.

Om voor zelfstandigenaftrek in aanmerking te komen moet je naast je werk in loondienst minstens 18 uur per week gemiddeld in je zelfstandige praktijk bezig zijn. Dat aantal uren van minstens 18 per week moet bovendien in het kalenderjaar minstens 1.225 zijn.

Stel nu dat je 45 weken lang gemiddeld 19 uur in je zelfstandige praktijk werkt, dan zijn dat in het jaar 855 uren. Je voldoet dan wel aan het criterium van ‘grotendeels’ , maar niet aan het criterium van minstens 1.225 uren.

Je voldoet wel aan alle criteria wanneer je 45 weken lang gemiddeld 28 uur in je praktijk werkzaam bent. Immers, dan wordt het aantal ondernemingsuren in dat jaar 1.260.

Mogen uren in loondienst nooit meetellen?

In beginsel niet. Werk in dienstbetrekking is namelijk geen zelfstandig werk. Het kenmerk van werk in dienstbetrekking is meestal de gezagsverhouding tussen werkgever en werknemer, en die staat haaks op de criteria voor zelfstandigheid.

Toch is de werkelijkheid wat complexer. Want in sommige gevallen moet een zelfstandige wel eens een opdracht aannemen in dienstbetrekking omdat de opdrachtgever geen andere mogelijkheden kent. Of omdat de opdrachtgever een zelfstandige opdrachtverlening niet aandurft. Soms uit angst de regie te verliezen; soms uit angst om door de belastingdienst en UWV als werkgever beschouwd te worden. Dit doet zich bijvoorbeeld vaak voor bij onderwijsinstellingen.

Nòg een voorbeeld

Stel, je bent ontwerper en je krijgt het verzoek van een hogeschool om een aantal workshops of zelfs een deel van de opleiding uit te voeren.

Je bent daar anderhalve dag in de week mee bezig, en je doet dat helemaal naar eigen inzicht. Zelfstandig werk zou je zeggen. Echter de hogeschool is bang voor de gevolgen van zelfstandig werken en wil daarom uitsluitend docenten in loondienst nemen. Je hebt geen keus en je wilt de opdracht heel graag. Je neemt de baan aan in loondienst.

Gevolgen

Er zijn nu twee mogelijke gevolgen:

  • ofwel deze dienstbetrekking wordt geacht naast je zelfstandige praktijk te bestaan, en je moet dus opletten dat daarnaast in je onderneming voldoende uren besteed worden voor de zelfstandigenaftrek
  • ofwel de werkzaamheden in dienstbetrekking worden geacht tot de ondernemingsactiviteiten te behoren, en de uren in loondienst tellen mee voor de ondernemingsuren

Loon als winst uit onderneming

Looninkomsten mogen volgens een uitspraak van de Hoge Raad alléén beschouwd worden als winst uit onderneming wanneer sprake is:

  • van een fictieve dienstbetrekking of verloonde inkomsten (vaak bij artiesten).
  • van werkzaamheden in loondienst die nauw samenhangen met de werkzaamheden in de eigen onderneming, en daaraan ondergeschikt zijn.

 

 

Post Tagged with ,