Tegemoetkoming Vaste Lasten TVL Q4 2021
- jan
- 03
- Posted by Jan van de Pol
- Posted in ZZP nieuws
- 0
Op 21 december heeft het kabinet aangekondigd dat de omzetverlies grens van de TVL in het vierde kwartaal van 2021 eenmalig wordt verlaagd van 30% naar 20%. Hierdoor kunnen meer ondernemers voor het vierde kwartaal TVL aanvragen voor hun vaste bedrijfslasten. Ondernemers met een omzetverlies tussen 20% en 30% komen al in aanmerking om TVL Q4 2021 aan te vragen. TVL Q4 2021 is vanaf 20 december 2021 om 08:00 uur aan te vragen bij RVO tot 28 januari 2022 17:00 uur. Na deze datum is TVL Q4 2021 niet meer aan te vragen.
De TVL kan je berekenen door het omzetverlies in het vierde kwartaal van 2021 te vermenigvuldigen met het percentage vaste lasten van de SBI-code en een subsidiepercentage van 100%.
De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) staat paraat en voert de TVL uit. Het ministerie van Economische Zaken & Klimaat (EZK) is verantwoordelijk voor de TVL-regeling.
Voorwaarden TVL Q4 2021
- De minimale omzetverlies grens is 20%. De Europese Commissie moet deze wijziging nog goedkeuren.
- Een onderneming of groep verbonden ondernemingen verwacht minimaal 30% of meer omzetverlies in het vierde kwartaal (Q4 2021).
- Het subsidiepercentage van TVL Q4 2021 is 100%.
- De subsidie bereken je door het omzetverlies te vermenigvuldigen met het percentage vaste lasten van de SBI code en het subsidiepercentage van 100%.
- De subsidie wordt berekend door: Omzet in de referentieperiode x omzetverlies in % x aandeel vaste lasten SBI in % x subsidiepercentage van 100% = hoogte subsidie.
- Het aandeel vaste lasten van een onderneming moet minimaal €1.500 per kwartaal zijn. Dat wordt berekend met de kwartaalomzet uit de gekozen referentieperiode (Q2 2019 of Q3 2020) en het percentage vaste lasten dat bij de SBI-code hoort.
- Het minimale subsidiebedrag per kwartaal is € 1500. Als de berekende subsidie lager is als € 1.500, dan wordt de subsidie toch verhoogd naar €1.500.
- De verwachte omzet in het vierde kwartaal (Q4 2021) dien je te vergelijken met het vierde kwartaal van 2019 (Q4 2019) of met het eerste kwartaal van 2020 (Q1 2020). De ondernemer kan een van deze referentiekwartalen kiezen.
- Ondernemingen die zich na 30 september 2019, maar voor 1 juli 2020 hebben ingeschreven bij de KVK kunnen als referentiekwartaal kiezen voor:
- het eerste volledige kwartaal na inschrijving; of
- het derde kwartaal van 2020 (Q3 2020).
- De onderneming stond op 30 juni 2020 ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, en heeft minimaal een vestiging in Nederland. Die vestiging moet een aparte voordeur of opgang hebben van het huisadres. Op deze vestigingseis zijn een paar uitzonderingen:
- Horecaondernemingen met SBI-code 56.10.1, 56.10.2 en 56.30, 51.10.
- Markthandel met SBI-code 47.81.1, 47.81.9, 47.82, 47.89.1, 47.89.2 en 47.89.9.
- Taxivervoer met SBI-code 49.32 en 49.39.1.
- Auto-en motorrijscholen met SBI-code 85.53.
- Kermisattracties met SBI-code 93.2.12.
- Luchtballonvaart & recreatieve sportvliegtuigen met SBI-code 51.10
- Binnenvaart (SBI 50.40), zee- en kustvaart (SBI 50.20), goederenvervoer over de weg (SBI 49.41), verhuisvervoer (SBI 49.42), post- en koeriersdiensten (SBI 53.10 en 53.20).
- De onderneming of verbonden ondernemingen waren op 31 december 2019 niet in financiële moeilijkheden.